Nederlands
Uitgebreide vertaling voor treuzelaar (Nederlands) in het Zweeds
treuzelaar:
-
de treuzelaar (sijsjeslijmer; treuzelkous; hannes; slak; teut; talmer; sukkel; treuzel)
-
de treuzelaar (slome; zoutzak)
Vertaal Matrix voor treuzelaar:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
slösäck | slome; treuzelaar; zoutzak | |
trögis | hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous | kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil |