Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. trant:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trant (Nederlands) in het Zweeds

trant:

trant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de trant (methode; manier; handelwijze; )
    sätt; metod
    • sätt [-ett] zelfstandig naamwoord
    • metod [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
metod handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze aanpak; arbeidsmethodiek; methode; werkmethode; werkwijze
sätt handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze mode; trend

Wiktionary: trant


Cross Translation:
FromToVia
trant maner; sätt manièrefaçon dont une chose se produire.
trant stil style — (botanique) filament reliant l’ovaire au stigmate, au centre de la fleur.