Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tot bloei komen (Nederlands) in het Zweeds
tot bloei komen:
tot bloei komen werkwoord (kom tot bloei, komt tot bloei, kwam tot bloei, kwamen tot bloei, tot bloei gekomen)
-
tot bloei komen (tot volle wasdom komen; ontplooien; opfleuren; opbloeien)
Conjugations for tot bloei komen:
o.t.t.
- kom tot bloei
- komt tot bloei
- komt tot bloei
- komen tot bloei
- komen tot bloei
- komen tot bloei
o.v.t.
- kwam tot bloei
- kwam tot bloei
- kwam tot bloei
- kwamen tot bloei
- kwamen tot bloei
- kwamen tot bloei
v.t.t.
- ben tot bloei gekomen
- bent tot bloei gekomen
- is tot bloei gekomen
- zijn tot bloei gekomen
- zijn tot bloei gekomen
- zijn tot bloei gekomen
v.v.t.
- was tot bloei gekomen
- was tot bloei gekomen
- was tot bloei gekomen
- waren tot bloei gekomen
- waren tot bloei gekomen
- waren tot bloei gekomen
o.t.t.t.
- zal tot bloei komen
- zult tot bloei komen
- zal tot bloei komen
- zullen tot bloei komen
- zullen tot bloei komen
- zullen tot bloei komen
o.v.t.t.
- zou tot bloei komen
- zou tot bloei komen
- zou tot bloei komen
- zouden tot bloei komen
- zouden tot bloei komen
- zouden tot bloei komen
diversen
- kom tot bloei!
- komt tot bloei!
- tot bloei gekomen
- tot bloei komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
tot bloei komen (bloei; bloeiperiode; opbloei)
blom period-
blom period zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor tot bloei komen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blom period | bloei; bloeiperiode; opbloei; tot bloei komen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blomstra | ontplooien; opbloeien; opfleuren; tot bloei komen; tot volle wasdom komen | bloeien; floreren; goed lopen |
florera | ontplooien; opbloeien; opfleuren; tot bloei komen; tot volle wasdom komen | gedijen; tieren; wassen |