Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal toppers

Vertaal toppers van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

toppers:
- schlager; boksuccéer
topper:
- lycklig sammanträff; krocka; slå
Wiktionary:
- topper → bergand, klimax, höjdpunkt, spets

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toppers (Nederlands) in het Zweeds

toppers:

toppers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de toppers (bestsellers)
schlager; boksuccéer
- schlager [-en] zelfstandig naamwoord
- boksuccéer zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toppers:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boksuccéer	bestsellers; toppers
schlager	bestsellers; toppers

Verwante woorden van "toppers":

topper

topper:

topper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de topper (absolute meevaller; klapper)
lycklig sammanträff
- lycklig sammanträff zelfstandig naamwoord
de topper (succesnummer; succes; hit; kraker; treffer; successtuk; klapper; schlager; kasstuk)
krocka; slå
- krocka [-en] zelfstandig naamwoord
- slå zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor topper:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
krocka	hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer	dreun; klap; knal; kwak; smak
lycklig sammanträff	absolute meevaller; klapper; topper
slå	hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slå		bonken; dichtslaan; dichtwerpen; een klap geven; een opdonder verkopen; fijnwrijven; frapperen; grijpen; hameren; hard slaan; hengsten; krenken; kwetsen; maaien; meppen; rammen; slaan; timmeren; toeslaan

Verwante woorden van "topper":

toppers, toppertje, toppertjes

Wiktionary: topper

Cross Translation:

From	To	Via
• topper	→ bergand	↔ greater scaup — Aythya marila
• topper	→ klimax; höjdpunkt	↔ Höhepunkt — der beste oder einer der besten Punkte in einer längeren Abfolge von verschiedenen Ereignissen, die sich vorher schon positiv entwickelt haben
• topper	→ spets	↔ Spitze — übertragen: Höhepunkt