Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. toorn:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toorn (Nederlands) in het Zweeds

toorn:

toorn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de toorn (razernij; woede; giftigheid; kwaadheid)
    ilska; vrede; raseri
    • ilska [-en] zelfstandig naamwoord
    • vrede zelfstandig naamwoord
    • raseri [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toorn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ilska giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede gramschap; verbolgenheid
raseri giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede dolheid; furie; razernij; uitzinnigheid
vrede giftigheid; kwaadheid; razernij; toorn; woede boosheid; gramschap; verbolgenheid

Verwante woorden van "toorn":

  • toornen

Wiktionary: toorn


Cross Translation:
FromToVia
toorn vrede wrath — great anger