Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. toom:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toom (Nederlands) in het Zweeds

toom:

toom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de toom (gareel; tuig; harnas)
    utrustning
  2. de toom (leidsel; teugel)
    töm
    • töm zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
töm leidsel; teugel; toom
utrustning gareel; harnas; toom; tuig apparatuur; benodigde; bewapening; gereedschap; gereedschappen; gerei; handgereedschap; handwerktuig; instrument; instrumenten; monstering; outfit; outillage; toerusting; uitmonstering; uitrusting; uitrustingsstuk; uitrustingsstukken; uitzet; versiering; versterken van de bewapening; werktuig; werktuigen

Verwante woorden van "toom":

  • tomen, toompje

Wiktionary: toom


Cross Translation:
FromToVia
toom betsel; tygel Zaum — zum Zügeln am Kopf von Zug-, Last- und Reittieren angebrachte Vorrichtung bestehend aus Zaumgebiss und Riemenzeug