Toestand in het Zweeds vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

toestand:
- kondition; position; tillstånd; skick; situation; beskaffenhet; dun; ludd; fjun; omständighet; anställning
- tillstånd
Wiktionary:
- toestand → kondition, tillstånd, beskaffenhet, skick, situation, stånd

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toestand (Nederlands) in het Zweeds

de toestand (gesteldheid; staat; positie)
kondition; position
- kondition [-en] zelfstandig naamwoord
- position [-en] zelfstandig naamwoord
de toestand (staat; conditie)
tillstånd; skick; situation; kondition; beskaffenhet
- tillstånd [-ett] zelfstandig naamwoord
- skick [-ett] zelfstandig naamwoord
- situation [-en] zelfstandig naamwoord
- kondition [-en] zelfstandig naamwoord
- beskaffenhet [-en] zelfstandig naamwoord
de toestand (heisa)
dun; ludd; fjun
- dun [-ett] zelfstandig naamwoord
- ludd [-ett] zelfstandig naamwoord
- fjun [-ett] zelfstandig naamwoord
de toestand (situatie; omstandigheden; omstandigheid)
situation; omständighet; anställning
- situation [-en] zelfstandig naamwoord
- omständighet [-en] zelfstandig naamwoord
- anställning [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anställning	omstandigheden; omstandigheid; situatie; toestand	aanstelling; ambt; benoeming; betrekking; functie; huren van persoon; inhuren; installatie; taakverschaffing; tewerkstelling; werkgelegenheid; werkverschaffing
beskaffenhet	conditie; staat; toestand	aard; eigenschap; geaardheid; gesteldheid; hoedanigheid; inborst; karakter; kwaliteit
dun	heisa; toestand	kapok; pluisje
fjun	heisa; toestand	dons; kapok; nesthaar
kondition	conditie; gesteldheid; positie; staat; toestand	conditie; vorm
ludd	heisa; toestand	kapok; pluisje
omständighet	omstandigheden; omstandigheid; situatie; toestand	rompslomp; veel gedoe
position	gesteldheid; positie; staat; toestand	baan; bewering; dienstbetrekking; functie; houding; job; ligging; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
situation	conditie; omstandigheden; omstandigheid; situatie; staat; toestand	stand van zaken
skick	conditie; staat; toestand	toestanden
tillstånd	conditie; staat; toestand	akkoord; entreebiljet; geleidebiljet; gesteldheden; goedkeuring; instemming; kaart; kaartje; plaatsbewijs; sanctie; status; ticket; toegangsbewijs; toestanden; vergunning
-	staat

Cross Translation:

From	To	Via
• toestand	→ kondition; tillstånd	↔ condition — state of an object
• toestand	→ beskaffenhet	↔ Beschaffenheit — heutzutage sehr selten im Plural: Eigenart oder Zustand einer Sache
• toestand	→ skick	↔ Zustand — Art und Weise, wie etwas zu einem bestimmen Zeitpunkt ist
• toestand	→ kondition	↔ condition — nature, état ou qualité d’une chose ou d’une personne.
• toestand	→ situation	↔ situation — position d’une ville, d’un château, d’une maison, d’un jardin, etc.
• toestand	→ stånd	↔ état — Disposition de quelqu’un, de quelque chose