Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
duktighet
|
handigheid; kneep; kunst; toer; truc
|
|
exkursion
|
dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje
|
|
gå på en runda
|
omgang; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen
|
|
händighet
|
handigheid; kneep; kunst; toer; truc
|
|
omlopp
|
draaicirkel; toer
|
circuit; schakeling; smeltmiddel
|
omloppsbana
|
draaicirkel; toer
|
loopbaan; weg van hemellichaam
|
prestation
|
krachttoer; prestatie; stunt; toer
|
bravourestuk; grote daad; prestatie; verrichting; verworvenheid
|
resa
|
dagreis; excursie; expeditie; gang; mars; reis; rit; tocht; toer; tournee; trektocht; uitstapje
|
reis
|
rundresa
|
rit; rondreis; rondrit; tochtje; toer; tour; trip
|
ronde; rondvaart; tournee
|
skicklighet
|
handigheid; kneep; kunst; toer; truc
|
begaafdheden; bekwaamheid; capaciteit; geldelijk vermogen; kunde; kundigheid; kwaliteit; ter zake kundigheid; vaardigheid; vermogen
|
tripp
|
dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje
|
dagtocht; excursie; uitstapje
|
tur
|
dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje
|
buitenkansje; gelukkig toeval; gelukstreffer; mazzel; meevaller; opsteker; rijtoer; ronde; toevalstreffer; tournee; treffer; voordeel
|
utflykt
|
dagreis; excursie; gang; reis; rit; rondreis; rondrit; tocht; tochtje; toer; tour; tournee; trip; uitstapje
|
dagje uit; dagtocht; excursie; excursies; pleziertocht; snoepreisje; tochtje; toertje; trip; uitje; uitstapje
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
resa
|
|
omhoogbrengen; ophogen; rechtop zetten; verhogen
|