Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toegevoegd (Nederlands) in het Zweeds

toegevoegd:

toegevoegd bijvoeglijk naamwoord

  1. toegevoegd (extra)
    tillägg; extra

Vertaal Matrix voor toegevoegd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extra toegift
tillägg aanbouw; aanhangsel; aanhangsels; aanvullen; aanvullende voorstellen; aanvulling; addenda; addendum; amendementen; appendix; bijtelling; bijvoegsel; bijvoegsels; diverse toeslagen; invoegtoepassing; inzetstuk; optelling; samentelling; som; supplement; supplementen; suppletie; tegemoetkomingen; toelages; toeleggingen; toeslag; toevoeging; toevoegingen; toevoegsel; toevoegsels; uitbouw
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extra extra; toegevoegd
tillägg extra; toegevoegd

Verwante woorden van "toegevoegd":

  • toegevoegde

toevoegen:

toevoegen werkwoord (voeg toe, voegt toe, voegde toe, voegden toe, toegevoegd)

  1. toevoegen (erbij optellen; erbij tellen)
    lägga till
    • lägga till werkwoord (lägger till, lade till, lagt till)
  2. toevoegen (completeren; aanvullen; voltallig maken)
    göra komplett; komplettera; göra fullständig
    • göra komplett werkwoord (gör komplett, gjorde komplett, gjort komplett)
    • komplettera werkwoord (kompletterar, kompletterade, kompletterat)
    • göra fullständig werkwoord (gör fullständig, gjorde fullständig, gjort fullständig)
  3. toevoegen (bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen)
    öka; bidraga
    • öka werkwoord (ökar, ökade, ökat)
    • bidraga werkwoord (bidrar, bidrog, bidragit)
  4. toevoegen (bijsluiten; bijvoegen; insluiten)
    innesluta; besegla; inkapsla
    • innesluta werkwoord (inneslutar, inneslutade, inneslutat)
    • besegla werkwoord (beseglar, beseglade, beseglat)
    • inkapsla werkwoord (inkapslar, inkapslade, inkapslat)
  5. toevoegen (erbij doen; voegen)
    tillägga; tillsätta; addera
    • tillägga werkwoord (tillägger, tilla, tillaggt)
    • tillsätta werkwoord (tillsätter, tillsatte, tillsatt)
    • addera werkwoord (adderar, adderade, adderat)
  6. toevoegen (bijvoegen)

Conjugations for toevoegen:

o.t.t.
  1. voeg toe
  2. voegt toe
  3. voegt toe
  4. voegen toe
  5. voegen toe
  6. voegen toe
o.v.t.
  1. voegde toe
  2. voegde toe
  3. voegde toe
  4. voegden toe
  5. voegden toe
  6. voegden toe
v.t.t.
  1. heb toegevoegd
  2. hebt toegevoegd
  3. heeft toegevoegd
  4. hebben toegevoegd
  5. hebben toegevoegd
  6. hebben toegevoegd
v.v.t.
  1. had toegevoegd
  2. had toegevoegd
  3. had toegevoegd
  4. hadden toegevoegd
  5. hadden toegevoegd
  6. hadden toegevoegd
o.t.t.t.
  1. zal toevoegen
  2. zult toevoegen
  3. zal toevoegen
  4. zullen toevoegen
  5. zullen toevoegen
  6. zullen toevoegen
o.v.t.t.
  1. zou toevoegen
  2. zou toevoegen
  3. zou toevoegen
  4. zouden toevoegen
  5. zouden toevoegen
  6. zouden toevoegen
en verder
  1. ben toegevoegd
  2. bent toegevoegd
  3. is toegevoegd
  4. zijn toegevoegd
  5. zijn toegevoegd
  6. zijn toegevoegd
diversen
  1. voeg toe!
  2. voegt toe!
  3. toegevoegd
  4. toevoegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor toevoegen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lägga till bijvoegen; toevoegen optelsom; samenvoeging; toeleggen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
addera erbij doen; toevoegen; voegen bevatten; bijrekenen; bijtellen; erbij tellen; inhouden; optellen; samenschikken
besegla bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; bezeilen; goedkeuren; homologeren
bidraga bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen bijdragen
bifoga annexeren; inlijven; overnemen
göra fullständig aanvullen; completeren; toevoegen; voltallig maken afmaken; completeren; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
göra komplett aanvullen; completeren; toevoegen; voltallig maken
inkapsla bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen omtrekken
innesluta bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen
komplettera aanvullen; completeren; toevoegen; voltallig maken afmaken; completeren; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
lägga till erbij optellen; erbij tellen; toevoegen aansluiten; bijvoegen; expanderen; openen; samentellen; supplementeren; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden
tillsätta erbij doen; toevoegen; voegen aanstellen; benoemen; installeren; toeschrijven
tillägga erbij doen; toevoegen; voegen annexeren; bevatten; inhouden; inlijven; overnemen; toeschrijven
öka bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; escaleren; gaan staan; gedijen; groeien; groter worden; omdoen; omhooggaan; omhoogkomen; opstaan; opzetten; stijgen; toenemen; uit de hand lopen; verheffen; vermeerderen; volgroeien; volwassen worden; zich vermeerderen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
bifoga bijvoegen; toevoegen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
komplettera voleindigd

Antoniemen van "toevoegen":


Verwante definities voor "toevoegen":

  1. erbij doen1
    • je moet er een beetje suiker aan toevoegen1

Wiktionary: toevoegen


Cross Translation:
FromToVia
toevoegen addera add — to make an addition
toevoegen lägga till hinzufügenmit Dativ: einen Zusatz zu etwas geben
toevoegen lägga till hinzufügen — etwas ergänzend sagen
toevoegen bifoga adjoindre — À trier
toevoegen bifoga ajoutermettre en plus.
toevoegen ansluta; bifoga joindreapprocher deux choses l’une contre l’autre, en sorte qu’elles se toucher ou qu’elles se tenir.

Computer vertaling door derden: