Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tippen:
  2. tip:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tippen (Nederlands) in het Zweeds

tippen:

tippen werkwoord (tip, tipt, tipte, tipten, getipt)

  1. tippen (van iets in kennis stellen; informeren; op de hoogte brengen; )
    upplysa; informera; göra känt
    • upplysa werkwoord (upplysar, upplysade, upplysat)
    • informera werkwoord (informerar, informerade, informerat)
    • göra känt werkwoord (gör känt, gjorde känt, gjort känt)
  2. tippen (aanstippen; aantippen)
    ticka; knäcka
    • ticka werkwoord (tickar, tickade, tickat)
    • knäcka werkwoord (knäcker, knäckte, knäckt)

Conjugations for tippen:

o.t.t.
  1. tip
  2. tipt
  3. tipt
  4. tippen
  5. tippen
  6. tippen
o.v.t.
  1. tipte
  2. tipte
  3. tipte
  4. tipten
  5. tipten
  6. tipten
v.t.t.
  1. heb getipt
  2. hebt getipt
  3. heeft getipt
  4. hebben getipt
  5. hebben getipt
  6. hebben getipt
v.v.t.
  1. had getipt
  2. had getipt
  3. had getipt
  4. hadden getipt
  5. hadden getipt
  6. hadden getipt
o.t.t.t.
  1. zal tippen
  2. zult tippen
  3. zal tippen
  4. zullen tippen
  5. zullen tippen
  6. zullen tippen
o.v.t.t.
  1. zou tippen
  2. zou tippen
  3. zou tippen
  4. zouden tippen
  5. zouden tippen
  6. zouden tippen
en verder
  1. ben getipt
  2. bent getipt
  3. is getipt
  4. zijn getipt
  5. zijn getipt
  6. zijn getipt
diversen
  1. tip!
  2. tipt!
  3. getipt
  4. tippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor tippen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
göra känt informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen bewust maken; informeren; kennisgeven van; zeggen
informera informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen berichten; bewust maken; iets melden; informeren; kennisgeven van; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen; zeggen
knäcka aanstippen; aantippen; tippen
ticka aanstippen; aantippen; tippen
upplysa informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen bijlichten; bliksemen; illumineren; lichten; opklaren; weerlichten; wolken verdwijnen

Verwante woorden van "tippen":


tip:

tip [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tip (aanwijzing; vingerwijzing; vingerwenk; wenk)
    hint; ledtråd; tips
    • hint zelfstandig naamwoord
    • ledtråd [-en] zelfstandig naamwoord
    • tips [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tip:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hint aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
ledtråd aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanwijzing; adresboek; adresgids; spoor
tips aanwijzing; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk aanwijzing; spoor; wijzer

Verwante woorden van "tip":


Wiktionary: tip


Cross Translation:
FromToVia
tip tips tip — piece of private information
tip ände; ända; slut boutpartie extrême d’une chose.