Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tinnen:
  2. tin:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tinnen (Nederlands) in het Zweeds

tinnen:

tinnen bijvoeglijk naamwoord

  1. tinnen
    tenn
    • tenn bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor tinnen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tenn tinnen tin

Verwante woorden van "tinnen":


tinnen vorm van tin:

tin [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het tin (metaal; blik)
    bly; metall
    • bly [-ett] zelfstandig naamwoord
    • metall [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het tin
    tenn
    • tenn bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor tin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bly blik; metaal; tin lood
metall blik; metaal; tin
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
metall metaal
tenn tin tinnen

Verwante woorden van "tin":


Wiktionary: tin

tin
noun
  1. scheikundig element

Cross Translation:
FromToVia
tin tenn ZinnChemie: chemisches Element der Ordnungszahl 50; silberweißes, leicht formbares Metall
tin tenn tin — element
tin tenn étain — Métal

Verwante vertalingen van tinnen