Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. thesaurus:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor thesaurus (Nederlands) in het Zweeds

thesaurus:

thesaurus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de thesaurus
  2. de thesaurus (synoniemenlijst)

Vertaal Matrix voor thesaurus:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
synonymordlista synoniemenlijst; thesaurus
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
tesaurus thesaurus

Wiktionary: thesaurus

thesaurus
noun
  1. een systematisch georganiseerde verzameling van begrippen uit een taal die zo is opgezet dat men eenvoudig een overzicht kan krijgen van woorden die soortgelijke betekenissen hebben

Cross Translation:
FromToVia
thesaurus begreppsordbok; begreppsklassordbok; tesaurus; synonymordbok thesaurus — book of synonyms