Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tehuis (Nederlands) in het Zweeds
tehuis:
-
het tehuis (huisvesting; accommodatie; verblijfplaats; onderdak; behuizing; onderkomen; kwartier)
Vertaal Matrix voor tehuis:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
husrum | accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats | logies |
inackordering | accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats | kostganger; pensiongast |
kvarter | accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats | buitenwijk; buurt; centrum; deel van de stad; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk |
logi | accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats | het verschaffen van onderdak; huisvesting; kwartier; logies; onderdak; onderkomen |
tak över huvudet | accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats | abri; huisvesting; onderdak; onderkomen; wachthuisje |