Tederheid in het Zweeds vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

tederheid:
- ömhet
teder:
- fin; sprött; fint; späd; skört; delikat; spröd; ömtåligt; klent; spätt
Wiktionary:
- teder → kärleksfull, smeksam

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tederheid (Nederlands) in het Zweeds

tederheid:

tederheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de tederheid (zachtheid; liefkozing; gevoeligheid; innigheid; hartelijkheid)
ömhet
- ömhet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tederheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ömhet	gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid

Verwante woorden van "tederheid":

tederheden, teder

tederheid vorm van teder:

teder bijvoeglijk naamwoord

teder (teer; delicaat; kwetsbaar; frèle; tenger; fijngevoelig; fijn; broos; fragiel; iel; zwak; breekbaar)
fin; sprött; fint; späd; skört; delikat; spröd; ömtåligt; klent; spätt
- fin bijvoeglijk naamwoord
- sprött bijvoeglijk naamwoord
- fint bijvoeglijk naamwoord
- späd bijvoeglijk naamwoord
- skört bijvoeglijk naamwoord
- delikat bijvoeglijk naamwoord
- spröd bijvoeglijk naamwoord
- ömtåligt bijvoeglijk naamwoord
- klent bijvoeglijk naamwoord
- spätt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor teder:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
delikat	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak	breekbaar; broos; fijn; fragiel; kwetsbaar; slank en smal; teer; zwak
fin	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak	kittig; kwetsbaar; teer
fint	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak	fijn; kittig; kwetsbaar; subtiel; teer
klent	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak	bleekjes; kwetsbaar; onsolide; pips; slap; slapjes; teer; wee; ziekelijk; zwak
skört	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak	bleekjes; bros; kwetsbaar; los; mul; onsolide; pips; pulverig; rul; slap; slapjes; teer; wee; ziekelijk; zwak
spröd	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak	bros
sprött	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak	bros; knappend; kwetsbaar; teer
späd	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak
spätt	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak	delicaat; fijn van smaak; kwetsbaar; teer
ömtåligt	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak	angstig voor pijn; bleekjes; delicaat; eindig; fijn van smaak; fijngevoelig; fijnzinnig; kleinzerig; kwetsbaar; pips; slap; slapjes; teer; teerbesnaard; teergevoelig; vergankelijk; voorbijgaand; wee; ziekelijk; zwak

Verwante woorden van "teder":

tederheid, tedere

Wiktionary: teder

Cross Translation:

From	To	Via
• teder	→ kärleksfull	↔ liebevoll — voller Liebe, Zuneigung zu jemandem
• teder	→ smeksam	↔ zärtlich — Zuneigung bekundend

Remove Ads

Vertaal tederheid van Nederlands naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tederheid (Nederlands) in het Zweeds

tederheid:

tederheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de tederheid (zachtheid; liefkozing; gevoeligheid; innigheid; hartelijkheid)

Vertaal Matrix voor tederheid:

Verwante woorden van "tederheid":

tederheid vorm van teder:

teder bijvoeglijk naamwoord

teder (teer; delicaat; kwetsbaar; frèle; tenger; fijngevoelig; fijn; broos; fragiel; iel; zwak; breekbaar)

Vertaal Matrix voor teder:

Verwante woorden van "teder":

Wiktionary: teder