Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tapen:
  2. tap:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tapen (Nederlands) in het Zweeds

tapen:

tapen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. tapen (opnemen; opname)
    spela in; tejpa
    • spela in zelfstandig naamwoord
    • tejpa [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tapen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spela in opname; opnemen; tapen
tejpa opname; opnemen; tapen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spela in opnemen

Verwante woorden van "tapen":


tapen vorm van tap:

tap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tap (tapkast; bar; spon; )
    barskåp

Vertaal Matrix voor tap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barskåp bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog

Verwante woorden van "tap":


Wiktionary: tap


Cross Translation:
FromToVia
tap kran; hane HahnTechnik: eine mechanische Vorrichtung, mit der der Durchfluss von Flüssigkeiten oder Gasen gesteuert werden kann
tap spindel pivotsupport de l’axe autour duquel un corps tourner.