Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tankt (Nederlands) in het Zweeds

tanken:

tanken werkwoord (tank, tankt, tankte, tankten, getankt)

  1. tanken (vol maken)
    tanka; fylla på bränsle
    • tanka werkwoord (tankar, tankade, tankat)
    • fylla på bränsle werkwoord (fyller på bränsle, fyllde på bränsle, fyllt på bränsle)

Conjugations for tanken:

o.t.t.
  1. tank
  2. tankt
  3. tankt
  4. tanken
  5. tanken
  6. tanken
o.v.t.
  1. tankte
  2. tankte
  3. tankte
  4. tankten
  5. tankten
  6. tankten
v.t.t.
  1. heb getankt
  2. hebt getankt
  3. heeft getankt
  4. hebben getankt
  5. hebben getankt
  6. hebben getankt
v.v.t.
  1. had getankt
  2. had getankt
  3. had getankt
  4. hadden getankt
  5. hadden getankt
  6. hadden getankt
o.t.t.t.
  1. zal tanken
  2. zult tanken
  3. zal tanken
  4. zullen tanken
  5. zullen tanken
  6. zullen tanken
o.v.t.t.
  1. zou tanken
  2. zou tanken
  3. zou tanken
  4. zouden tanken
  5. zouden tanken
  6. zouden tanken
en verder
  1. ben getankt
  2. bent getankt
  3. is getankt
  4. zijn getankt
  5. zijn getankt
  6. zijn getankt
diversen
  1. tank!
  2. tankt!
  3. getankt
  4. tankend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tanken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. tanken
    tankar; behållare; cisterner; reservoarer

Vertaal Matrix voor tanken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behållare tanken bak; container; containertoepassing; reservoir; vergaarbak
cisterner tanken stortbakken in toilet; vergaarbakken; waterreservoirs
reservoarer tanken stortbakken in toilet; vergaarbakken
tankar tanken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fylla på bränsle tanken; vol maken
tanka tanken; vol maken

Verwante woorden van "tanken":