Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tandwielen:
  2. tandwiel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tandwielen (Nederlands) in het Zweeds

tandwielen:

tandwielen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de tandwielen
    kugghjul

Vertaal Matrix voor tandwielen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kugghjul tandwielen schakelinrichting; versnelling

Verwante woorden van "tandwielen":


tandwiel:

tandwiel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het tandwiel (tandrad)
    växel
    • växel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tandwiel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
växel tandrad; tandwiel kredietbrief; pook; schakelinrichting; schakeloptie; switch; versnelling; versnellingshandel; versnellingspook; wissel; wisselbrief; wisseling

Verwante woorden van "tandwiel":


Wiktionary: tandwiel


Cross Translation:
FromToVia
tandwiel tandhjul; kugghjul cog — gear; a cogwheel
tandwiel kugge cog — unimportant individual
tandwiel kugghjul ZahnradTechnik: eine kreisförmige Scheibe mit regelmäßigen Einkerbungen (Zähnen, Zacken), die zum Übertragen von (Bewegungs-)Kräften verwendet wird