Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tamtam:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tamtam (Nederlands) in het Zweeds

tamtam:

tamtam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tamtam (stampei)
    liv; larm; oväsen; tumult; bräk
    • liv [-ett] zelfstandig naamwoord
    • larm [-ett] zelfstandig naamwoord
    • oväsen zelfstandig naamwoord
    • tumult [-ett] zelfstandig naamwoord
    • bräk [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tamtam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bräk stampei; tamtam
larm stampei; tamtam alarminstallatie; alarmsignaal; misbaar
liv stampei; tamtam bestaan; bestendigheid; drukte; duurzaamheid; existentie; gedrang; geharrewar; leven; levens; leventje; toeloop; toevloed; zijn
oväsen stampei; tamtam geharrewar; geluid; luidruchtigheid; opschudding; opzien; rumoer; sensatie; verwarring
tumult stampei; tamtam beroering; deining; drukte; gedruis; geraas; heibel; heksenketel; herrie; kabaal; lawaai; leven; luidruchtigheid; ophef; oploop; oproer; opschudding; opstand; opstootje; opzien; pandemonium; rel; rumoer; sensatie; spektakel; tumult; verwarring; volksoproer; vuistgevecht

Verwante woorden van "tamtam":

  • tamtams