Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. taaie:
  2. taai:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor taaie (Nederlands) in het Zweeds

taaie:

taaie [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de taaie (doorzetter; aanhouder)
    stark vilja

Vertaal Matrix voor taaie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stark vilja aanhouder; doorzetter; taaie

Verwante woorden van "taaie":


taaie vorm van taai:

taai bijvoeglijk naamwoord

  1. taai (stijfkoppig; onbuigzaam; onverzettelijk; stug)
    envis; styvsint
  2. taai (zonder afleiding; saai; langdradig)
    tröttsam; långtråkigt; tröttsamt

Vertaal Matrix voor taai:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
envis onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai aanhoudend; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; hardnekkig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; recalcitrant; standvastig; stijfhoofdig; stijfkoppig; vasthoudend; volhardend; volhoudend; voortdurend; weerbarstig
långtråkigt langdradig; saai; taai; zonder afleiding
styvsint onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
tröttsam langdradig; saai; taai; zonder afleiding ergerlijk; irritant; vervelend
tröttsamt langdradig; saai; taai; zonder afleiding ergerlijk; irritant; vervelend

Verwante woorden van "taai":


Wiktionary: taai


Cross Translation:
FromToVia
taai seg zäh — langsam, schwerfällig fließend
taai tråkig ennuyeux — Qui cause de l’ennui.

Computer vertaling door derden: