Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. synchroniseren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor synchroniseren (Nederlands) in het Zweeds

synchroniseren:

synchroniseren werkwoord (synchroniseer, synchroniseert, synchroniseerde, synchroniseerden, gesynchroniseerd)

  1. synchroniseren (gelijkzetten)
    synchronisera
    • synchronisera werkwoord (synchroniserar, synchroniserade, synchroniserat)
  2. synchroniseren
    synkronisera
    • synkronisera werkwoord (synkroniserar, synkroniserade, synkroniserat)

Conjugations for synchroniseren:

o.t.t.
  1. synchroniseer
  2. synchroniseert
  3. synchroniseert
  4. synchroniseren
  5. synchroniseren
  6. synchroniseren
o.v.t.
  1. synchroniseerde
  2. synchroniseerde
  3. synchroniseerde
  4. synchroniseerden
  5. synchroniseerden
  6. synchroniseerden
v.t.t.
  1. ben gesynchroniseerd
  2. bent gesynchroniseerd
  3. is gesynchroniseerd
  4. zijn gesynchroniseerd
  5. zijn gesynchroniseerd
  6. zijn gesynchroniseerd
v.v.t.
  1. was gesynchroniseerd
  2. was gesynchroniseerd
  3. was gesynchroniseerd
  4. waren gesynchroniseerd
  5. waren gesynchroniseerd
  6. waren gesynchroniseerd
o.t.t.t.
  1. zal synchroniseren
  2. zult synchroniseren
  3. zal synchroniseren
  4. zullen synchroniseren
  5. zullen synchroniseren
  6. zullen synchroniseren
o.v.t.t.
  1. zou synchroniseren
  2. zou synchroniseren
  3. zou synchroniseren
  4. zouden synchroniseren
  5. zouden synchroniseren
  6. zouden synchroniseren
diversen
  1. synchroniseer!
  2. synchroniseert!
  3. gesynchroniseerd
  4. synchoniserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor synchroniseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
synchronisera gelijkzetten; synchroniseren
synkronisera synchroniseren dubben; nasynchroniseren; op elkaar afstemmen

Wiktionary: synchroniseren


Cross Translation:
FromToVia
synchroniseren synkronisera synchronize — cause two events to have coordinated timing