Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. suppletie:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor suppletie (Nederlands) in het Zweeds

suppletie:

suppletie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de suppletie (aanvulling; supplement)
    tillägg; bilaga; supplement; bihang
    • tillägg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • bilaga [-en] zelfstandig naamwoord
    • supplement [-ett] zelfstandig naamwoord
    • bihang [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor suppletie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bihang aanvulling; supplement; suppletie blinde darm
bilaga aanvulling; supplement; suppletie aanvulling; additie; bijlage; inlegblad; inlegvel; insluiting; meezending; omsingeling; toelichting; tussenblad
supplement aanvulling; supplement; suppletie aanhangsels; addenda; bijvoegsels; supplementen; toevoegingen; toevoegsels
tillägg aanvulling; supplement; suppletie aanbouw; aanhangsel; aanhangsels; aanvullen; aanvullende voorstellen; aanvulling; addenda; addendum; amendementen; appendix; bijtelling; bijvoegsel; bijvoegsels; diverse toeslagen; invoegtoepassing; inzetstuk; optelling; samentelling; som; supplement; supplementen; tegemoetkomingen; toelages; toeleggingen; toeslag; toevoeging; toevoegingen; toevoegsel; toevoegsels; uitbouw
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillägg extra; toegevoegd

Verwante woorden van "suppletie":

  • suppleties