Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stuursheid (Nederlands) in het Zweeds
stuursheid:
Vertaal Matrix voor stuursheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rigiditet | starheid; stijfheid; strafheid; stugheid; stuursheid | |
stelhet | starheid; stijfheid; strafheid; stugheid; stuursheid | bokkigheid; harkerigheid; houterigheid; starheid; stijfte; zetmeel |
styvhet | starheid; stijfheid; strafheid; stugheid; stuursheid | harkerigheid; houterigheid; starheid |
Verwante woorden van "stuursheid":
stuursheid vorm van stuurs:
-
stuurs (geirriteerd)
-
stuurs (gemelijk; nurks; knorrig; wrevelig)
Vertaal Matrix voor stuurs:
Verwante woorden van "stuurs":
Wiktionary: stuurs
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stuurs | → ovänlig; snäsig | ↔ bougon — (familier, fr) Qui a tendance à bougonner. |
• stuurs | → ovänlig; snäsig | ↔ grognon — Qui grogner. — usage N’a pas de féminin quand il s’applique aux personnes. |
• stuurs | → förtretlig; oangenäm; obehaglig; otrevlig; ovänlig; snäsig | ↔ maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné. |
• stuurs | → ovänlig; snäsig | ↔ quinteux — Qui est fantasque, qui est sujet à des quintes, à des accès de mauvaise humeur. |