Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stumper (Nederlands) in het Zweeds

stumper:

stumper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stumper (klungel; kruk; klungelaar; stoethaspel)
    fuskare; klåpare
  2. de stumper (stakker; drommel; zielenpiet)
    stackare
  3. de stumper (sukkel; stakker; zielenpiet)
    stackars liten !; stackars jäkel !

Vertaal Matrix voor stumper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fuskare klungel; klungelaar; kruk; stoethaspel; stumper beunhaas; broddelaars; kladders; klieders; klungels; knoeier; knoeiers; koekenbakker; koekhakker; misleider; prutser
klåpare klungel; klungelaar; kruk; stoethaspel; stumper beunhaas; broddelaars; kladders; klieders; klungels; knoeier; knoeiers; knoeipot; knoeipotten; koekenbakker; koekhakker; morser; morsers; prutser; prutsers
stackare drommel; stakker; stumper; zielenpiet dommeriken; roffelaar; stakkers; stumpers
stackars jäkel ! stakker; stumper; sukkel; zielenpiet
stackars liten ! stakker; stumper; sukkel; zielenpiet

Verwante woorden van "stumper":

  • stumperen, stumpers, stumpertje, stumpertjes