Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stuitjes:
  2. stuit:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stuitjes (Nederlands) in het Zweeds

stuitjes:

stuitjes [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. stuitjes (stuiten)
    svansben

Vertaal Matrix voor stuitjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
svansben stuiten; stuitjes staartbeen; stuitbeen

Verwante woorden van "stuitjes":


stuit:

stuit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stuit (kruis anatomie)
    skrev
    • skrev [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de stuit (staartstuk)
    slut; avslutning; slutstycke; slutkläm

Vertaal Matrix voor stuit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avslutning staartstuk; stuit afdoening; afhandeling; beëindiging; completering; conclusie; einde; eindsom; gevolgtrekking; slot; slotsom; sluiting; voltooiing
skrev kruis anatomie; stuit steun; steunpilaar; toeverlaat
slut staartstuk; stuit beëindiging; conclusie; einde; eindsom; end; finale; gevolgtrekking; slot; slotsom; sluiting; staarteinde
slutkläm staartstuk; stuit
slutstycke staartstuk; stuit finale; laatste opvoering; slotstuk; sluitstuk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slut afgemat; beu; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; hondsmoe; op; uitgeput

Verwante woorden van "stuit":


Wiktionary: stuit


Cross Translation:
FromToVia
stuit korsben coccyx — vertebrae