Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stropen:
  2. strop:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stropen (Nederlands) in het Zweeds

stropen:

stropen werkwoord (stroop, stroopt, stroopte, stroopten, gestroopt)

  1. stropen (ontvellen)
    betaga
  2. stropen (villen; afhalen; afstropen; uitbenen)
    be; skinna
    • be werkwoord (ber, bad, bett)
    • skinna werkwoord (skinnar, skinnade, skinnat)

Conjugations for stropen:

o.t.t.
  1. stroop
  2. stroopt
  3. stroopt
  4. stropen
  5. stropen
  6. stropen
o.v.t.
  1. stroopte
  2. stroopte
  3. stroopte
  4. stroopten
  5. stroopten
  6. stroopten
v.t.t.
  1. heb gestroopt
  2. hebt gestroopt
  3. heeft gestroopt
  4. hebben gestroopt
  5. hebben gestroopt
  6. hebben gestroopt
v.v.t.
  1. had gestroopt
  2. had gestroopt
  3. had gestroopt
  4. hadden gestroopt
  5. hadden gestroopt
  6. hadden gestroopt
o.t.t.t.
  1. zal stropen
  2. zult stropen
  3. zal stropen
  4. zullen stropen
  5. zullen stropen
  6. zullen stropen
o.v.t.t.
  1. zou stropen
  2. zou stropen
  3. zou stropen
  4. zouden stropen
  5. zouden stropen
  6. zouden stropen
en verder
  1. ben gestroopt
  2. bent gestroopt
  3. is gestroopt
  4. zijn gestroopt
  5. zijn gestroopt
  6. zijn gestroopt
diversen
  1. stroop!
  2. stroopt!
  3. gestroopt
  4. stropend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stropen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
be afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen bidden; in gebed zijn; smeken; soebatten; verzoeken; vragen
betaga ontvellen; stropen afgrazen; grasduinen; graseten; grazen; snuffelen; weiden
skinna afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen

Verwante woorden van "stropen":


Verwante definities voor "stropen":

  1. het vel eraf halen1
    • de dode dieren werden gestroopt1
  2. stiekem vangen1
    • ze hadden tien konijnen gestroopt1

Wiktionary: stropen


Cross Translation:
FromToVia
stropen skinna; upptäcka dépouiller — Traductions à trier suivant le sens
stropen roffa; råna; röva ravirenlever de force, emporter avec violence.

strop:

strop [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de strop (galg)
    galgar; hängningsgalgar

Vertaal Matrix voor strop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
galgar galg; strop schavot
hängningsgalgar galg; strop

Verwante woorden van "strop":

  • stroppen, stropen, stropje, stropjes

Wiktionary: strop


Cross Translation:
FromToVia
strop rännsnara; löpsnara noose — an adjustable loop or rope
strop ögla Schlinge — runde Form eines zu verknüpfenden Stückes, zum Beispiel einer Schnur, eines Drahts
strop snara SchlingeJagd: Fanggerät in Form einer Schlinge
strop förlust perte — Privation de quelque chose de précieux, d’agréable, de commode, qu’on avait. (Sens général).
strop förlust préjudicetort ; dommage.