Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal streep

Vertaal streep van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

streep:
- streck; linje; rand
strepen:
- linjer; ränder; remsor; strimmor; randmönster
- randa; linjera
Wiktionary:
- streep → linje, streck, strimla, strimma

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor streep (Nederlands) in het Zweeds

streep:

streep [de ~] zelfstandig naamwoord

de streep (lijn; linie)
streck; linje; rand
- streck [-ett] zelfstandig naamwoord
- linje [-en] zelfstandig naamwoord
- rand [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor streep:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
linje	lijn; linie; streep	afzetlint; lijn; lijntje; linietroepen; lint; polis; politielint; regel; roeitochtje; rooilijn; schriftlijn; streepje
rand	lijn; linie; streep	kant; rand; randje; zijkant
streck	lijn; linie; streep	haal; haal met de pen; kras; pennekras; pennenstreek
-	lijn

Verwante woorden van "streep":

strepen, streepje, streepjes

Synoniemen voor "streep":

lijn

Verwante definities voor "streep":

verbinding tussen twee punten op een ondergrond¹
- er liep een witte streep over het midden van de weg¹

Wiktionary: streep

Cross Translation:

From	To	Via
• streep	→ linje	↔ line — path through two or more points, threadlike mark
• streep	→ linje	↔ ligne — Traductions à trier suivant le sens
• streep	→ streck; strimla; strimma	↔ raie — ligne tracer sur une surface.

streep vorm van strepen:

strepen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de strepen
linjer; ränder; remsor; strimmor; randmönster
- linjer zelfstandig naamwoord
- ränder zelfstandig naamwoord
- remsor zelfstandig naamwoord
- strimmor zelfstandig naamwoord
- randmönster zelfstandig naamwoord

strepen werkwoord (streep, streept, streepte, streepten, getreept)

strepen (strepen trekken)
randa; linjera
- randa werkwoord (randar, randade, randat)
- linjera werkwoord (linjerar, linjerade, linjerat)

Conjugations for strepen:

o.t.t.

streep
streept
streept
strepen
strepen
strepen

o.v.t.

streepte
streepte
streepte
streepten
streepten
streepten

v.t.t.

ben getreept
bent getreept
is getreept
zijn getreept
zijn getreept
zijn getreept

v.v.t.

was getreept
was getreept
was getreept
waren getreept
waren getreept
waren getreept

o.t.t.t.

zal strepen
zult strepen
zal strepen
zullen strepen
zullen strepen
zullen strepen

o.v.t.t.

zou strepen
zou strepen
zou strepen
zouden strepen
zouden strepen
zouden strepen

diversen

streep!
streept!
getreept
strepend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor strepen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
linjer	strepen
randmönster	strepen
remsor	strepen	linten; reepjes
ränder	strepen	bermen; striemen
strimmor	strepen	striem; striemen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
linjera	strepen; strepen trekken	belijnen; lijnen; liniëren; van lijnen voorzien
randa	strepen; strepen trekken

Verwante woorden van "strepen":

streep

¹Muiswerk Woordenboek