Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stom (Nederlands) in het Zweeds

stom:

stom bijvoeglijk naamwoord

  1. stom (onverstandig; dom; suf)
    oförståndigt; stumt; tyst; oförståndig; dumt
  2. stom (geestdodend; saai; eentonig; suf; afstompend)
    tråkigt; dödstrist; långsam; långsamt
  3. stom (sprakeloos; stomverbaasd; zwijgend; )
    mållös; mållöst

Vertaal Matrix voor stom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
långsam draler
tråkigt verveling
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dom
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dumt dom; onverstandig; stom; suf achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; dwaas; geesteloos; gek; gemeen; hersenloos; idioot; lullig; maf; min; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; onzinnig; slecht; stompzinnig; stupide; vals; verstandeloos
dödstrist afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf
långsam afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf langzaamaan
långsamt afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf langzaamaan; lijzig; log; loom
mållös overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend beduusd; beteuterd; met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd
mållöst overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd
oförståndig dom; onverstandig; stom; suf
oförståndigt dom; onverstandig; stom; suf
stumt dom; onverstandig; stom; suf
tråkigt afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf afgezaagd; eentonig; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; lijzig; log; loom; melig; monotoon; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; rot; saai; saaie; sfeerloos; slaapverwekkend; suf; verschaald; vervelend; zonder sfeer
tyst dom; onverstandig; stom; suf kalmpjes; rustig; rustig aan; stilletjes aan

Verwante woorden van "stom":


Synoniemen voor "stom":


Antoniemen van "stom":


Verwante definities voor "stom":

  1. wie niet goed kan denken en weinig snapt1
    • dat was stom van mij!1
  2. niet leuk1
    • dat stomme kind mag niet mee1
  3. wie niet kan spreken1
    • hij is vanaf de geboorte doof en stom1

Wiktionary: stom


Cross Translation:
FromToVia
stom dum; korkad dumb — extremely stupid
stom intetsägande; andefattig inane — lacking sense or meaning
stom stum mute — not having the power of speech
stom stum shtum — silent; speechless; dumb
stom dum; omtöcknad stupid — lacking in intelligence
stom dum blöddumm, einfältig, umgangssprachlich, norddeutsch: doof
stom dum; fånig; larvig doofsalopp: dumm, beschränkt
stom stum stummkeine Steigerung: keine Laute von sich geben könnend
stom dum idiotignare, ignorant.
stom dum stupide — Qui frapper de stupeur.