Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stippel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stippels (Nederlands) in het Zweeds

stippel:

stippel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de stippel (vlek; nop; spat; )
    fläck
    • fläck [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stippel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fläck moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje beits; plekje; smet; vlek

Verwante woorden van "stippel":

  • stippelen, stippels, stippeltje, stippeltjes