Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stippellijnen trekken (Nederlands) in het Zweeds
stippellijnen trekken:
stippellijnen trekken werkwoord (trek stippellijnen, trekt stippellijnen, trok stippellijnen, trokken stippellijnen, stippellijnen getrokken)
-
stippellijnen trekken
Conjugations for stippellijnen trekken:
o.t.t.
- trek stippellijnen
- trekt stippellijnen
- trekt stippellijnen
- trekken stippellijnen
- trekken stippellijnen
- trekken stippellijnen
o.v.t.
- trok stippellijnen
- trok stippellijnen
- trok stippellijnen
- trokken stippellijnen
- trokken stippellijnen
- trokken stippellijnen
v.t.t.
- heb stippellijnen getrokken
- hebt stippellijnen getrokken
- heeft stippellijnen getrokken
- hebben stippellijnen getrokken
- hebben stippellijnen getrokken
- hebben stippellijnen getrokken
v.v.t.
- had stippellijnen getrokken
- had stippellijnen getrokken
- had stippellijnen getrokken
- hadden stippellijnen getrokken
- hadden stippellijnen getrokken
- hadden stippellijnen getrokken
o.t.t.t.
- zal stippellijnen trekken
- zult stippellijnen trekken
- zal stippellijnen trekken
- zullen stippellijnen trekken
- zullen stippellijnen trekken
- zullen stippellijnen trekken
o.v.t.t.
- zou stippellijnen trekken
- zou stippellijnen trekken
- zou stippellijnen trekken
- zouden stippellijnen trekken
- zouden stippellijnen trekken
- zouden stippellijnen trekken
en verder
- ben stippellijnen getrokken
- bent stippellijnen getrokken
- is stippellijnen getrokken
- zijn stippellijnen getrokken
- zijn stippellijnen getrokken
- zijn stippellijnen getrokken
diversen
- trek stippellijnen!
- trekt stippellijnen!
- stippellijnen getrokken
- stippellijnen trekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor stippellijnen trekken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pricka | stippellijnen trekken | bespikkelen; stippelen; stippen |
punktera | stippellijnen trekken |