Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stippellijnen trekken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stippellijnen trekken (Nederlands) in het Zweeds

stippellijnen trekken:

stippellijnen trekken werkwoord (trek stippellijnen, trekt stippellijnen, trok stippellijnen, trokken stippellijnen, stippellijnen getrokken)

  1. stippellijnen trekken
    pricka; punktera
    • pricka werkwoord (prickar, prickade, prickat)
    • punktera werkwoord (punkterar, punkterade, punkterat)

Conjugations for stippellijnen trekken:

o.t.t.
  1. trek stippellijnen
  2. trekt stippellijnen
  3. trekt stippellijnen
  4. trekken stippellijnen
  5. trekken stippellijnen
  6. trekken stippellijnen
o.v.t.
  1. trok stippellijnen
  2. trok stippellijnen
  3. trok stippellijnen
  4. trokken stippellijnen
  5. trokken stippellijnen
  6. trokken stippellijnen
v.t.t.
  1. heb stippellijnen getrokken
  2. hebt stippellijnen getrokken
  3. heeft stippellijnen getrokken
  4. hebben stippellijnen getrokken
  5. hebben stippellijnen getrokken
  6. hebben stippellijnen getrokken
v.v.t.
  1. had stippellijnen getrokken
  2. had stippellijnen getrokken
  3. had stippellijnen getrokken
  4. hadden stippellijnen getrokken
  5. hadden stippellijnen getrokken
  6. hadden stippellijnen getrokken
o.t.t.t.
  1. zal stippellijnen trekken
  2. zult stippellijnen trekken
  3. zal stippellijnen trekken
  4. zullen stippellijnen trekken
  5. zullen stippellijnen trekken
  6. zullen stippellijnen trekken
o.v.t.t.
  1. zou stippellijnen trekken
  2. zou stippellijnen trekken
  3. zou stippellijnen trekken
  4. zouden stippellijnen trekken
  5. zouden stippellijnen trekken
  6. zouden stippellijnen trekken
en verder
  1. ben stippellijnen getrokken
  2. bent stippellijnen getrokken
  3. is stippellijnen getrokken
  4. zijn stippellijnen getrokken
  5. zijn stippellijnen getrokken
  6. zijn stippellijnen getrokken
diversen
  1. trek stippellijnen!
  2. trekt stippellijnen!
  3. stippellijnen getrokken
  4. stippellijnen trekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stippellijnen trekken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pricka stippellijnen trekken bespikkelen; stippelen; stippen
punktera stippellijnen trekken

Verwante vertalingen van stippellijnen trekken