Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stinkend:
  2. stinken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stinkend (Nederlands) in het Zweeds

stinkend:

stinkend bijvoeglijk naamwoord

  1. stinkend (kwalijkriekend)
    illaluktande

Vertaal Matrix voor stinkend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
illaluktande kwalijkriekend; stinkend

Wiktionary: stinkend


Cross Translation:
FromToVia
stinkend illaluktande; stinkande malodorous — having a bad odor
stinkend stank rank — Having a very strong and bad odor

stinken:

stinken werkwoord (stink, stinkt, stonk, stonken, gestonken)

  1. stinken (ruiken; meuren; een luchtje hebben; )
    stinka; lukta illa
    • stinka werkwoord (stinker, stank, stunkit)
    • lukta illa werkwoord (luktar illa, luktade illa, luktat illa)

Conjugations for stinken:

o.t.t.
  1. stink
  2. stinkt
  3. stinkt
  4. stinken
  5. stinken
  6. stinken
o.v.t.
  1. stonk
  2. stonk
  3. stonk
  4. stonken
  5. stonken
  6. stonken
v.t.t.
  1. heb gestonken
  2. hebt gestonken
  3. heeft gestonken
  4. hebben gestonken
  5. hebben gestonken
  6. hebben gestonken
v.v.t.
  1. had gestonken
  2. had gestonken
  3. had gestonken
  4. hadden gestonken
  5. hadden gestonken
  6. hadden gestonken
o.t.t.t.
  1. zal stinken
  2. zult stinken
  3. zal stinken
  4. zullen stinken
  5. zullen stinken
  6. zullen stinken
o.v.t.t.
  1. zou stinken
  2. zou stinken
  3. zou stinken
  4. zouden stinken
  5. zouden stinken
  6. zouden stinken
en verder
  1. ben gestonken
  2. bent gestonken
  3. is gestonken
  4. zijn gestonken
  5. zijn gestonken
  6. zijn gestonken
diversen
  1. stink!
  2. stinkt!
  3. gestonken
  4. stinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stinken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lukta illa een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen
stinka een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen

Verwante definities voor "stinken":

  1. een vieze lucht verspreiden1
    • vlees dat bedorven is, stinkt1

Wiktionary: stinken

stinken
verb
  1. een onaangename geur hebben

Cross Translation:
FromToVia
stinken stinka reek — to have or give off a strong, unpleasant smell
stinken lukta; dofta smell — have a particular smell
stinken stinka stink — have a strong bad smell
stinken stinka stink — give an impression of dishonesty or untruth
stinken stinka puersentir mauvais.