Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stichter:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stichter (Nederlands) in het Zweeds

stichter:

stichter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stichter (grondlegger; oprichter; oprichtster; stamvader; grondvester)
    grundläggare; grundare
  2. de stichter (oprichter; aanstichter)
    grundare; anstiftare; stiftare

Vertaal Matrix voor stichter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anstiftare aanstichter; oprichter; stichter aanstichter; aanstichters; aanzetter; belhamel; haantje-de-voorste; haantjes de voorste; instigator; opstoker; opstokers; raddraaier; raddraaiers; raddraaister
grundare aanstichter; grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; stamvader; stichter
grundläggare grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; stamvader; stichter bouwheer
stiftare aanstichter; oprichter; stichter

Verwante woorden van "stichter":

  • stichters