Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stengels:
  2. stengel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stengels (Nederlands) in het Zweeds

stengels:

stengels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de stengels
    stjälkar; stänglar

Vertaal Matrix voor stengels:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stjälkar stengels schenkels; stamwoorden; stelen
stänglar stengels

Verwante woorden van "stengels":


stengels vorm van stengel:

stengel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stengel (halm; steel)
    stängel; stjälk

Vertaal Matrix voor stengel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stjälk halm; steel; stengel schenkel
stängel halm; steel; stengel

Verwante woorden van "stengel":


Wiktionary: stengel


Cross Translation:
FromToVia
stengel stjälk stem — botany: above-ground stalk of a vascular plant
stengel stjärt; svans; strå queue — à trier
stengel stjälk tige — partie d’une plante qui sort de terre