Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor steentjes (Nederlands) in het Zweeds
steentjes:
Vertaal Matrix voor steentjes:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
småstenar | steentjes |
Verwante woorden van "steentjes":
steentjes vorm van steentje:
Vertaal Matrix voor steentje:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
småsten | steentje | grind; grindsteen; keizand; kiezel; kiezels; kiezelsteen; kiezelsteentjes |
Verwante woorden van "steentje":
steen:
-
de steen (gesteente)
sten formning-
sten formning zelfstandig naamwoord
-
-
de steen (baksteen)
-
de steen (rolsteen; kei)
Vertaal Matrix voor steen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
klippa | kei; rolsteen; steen | klif; klip; rif; rock; scheer; steile bodemverheffing; uitstekende rots |
sten | baksteen; kei; rolsteen; steen | |
sten formning | gesteente; steen | |
stenbumling | kei; rolsteen; steen | zwerfkei |
tegelsten | baksteen; steen | bouwsteen |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
klippa | afsnijden; bewerken; doorponsen; een knippend geluid maken; met effect spelen; ponsen; snijden; stansen; tekst redigeren | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sten | stenen |
Verwante woorden van "steen":
Verwante definities voor "steen":
Wiktionary: steen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• steen | → klippa; berghäll; berg | ↔ Fels — eine zusammenhängende Masse festen Gesteins |
• steen | → kärna | ↔ Kern — zentraler Hauptbestandteil eines Ganzen |
• steen | → sten | ↔ Stein — unzählbar: mineralisches Material |
• steen | → sten | ↔ Stein — Körper aus mineralischem Material |
• steen | → berg; sten | ↔ rock — natural mineral aggregate |
• steen | → klippa | ↔ rock — something strong, stable, and dependable |
• steen | → sten | ↔ stone — substance |
• steen | → sten | ↔ stone — small piece of stone |
• steen | → sten | ↔ stone — medical: hard, stone-like deposit |
• steen | → tegelsten | ↔ brique — maçonnerie|fr bloc de pierre artificielle fabriquer avec de la terre argileux pétrir, mouler, sécher, cuire, et dont on se servir comme matériau de construction. |
• steen | → sten | ↔ pierre — roche qu’on emploie dans la construction des édifices, soit qu’on l’ait détacher des montagnes ou des rochers, soit qu’on l’ait extraire d’une carrière. |