Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor standje (Nederlands) in het Zweeds

standje:

standje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het standje (lichaamshouding; houding; stand; pose)
    hållning; postyr
  2. het standje (terechtwijzing; reprimande; berisping; )
    reprimand
  3. het standje (berisping; reprimande; terechtwijzing)
    skrapa; tillrättavisning
  4. het standje (schrobbering; uitbrander)
    förebråelse; tillrättavisning

Vertaal Matrix voor standje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förebråelse schrobbering; standje; uitbrander verdachtmaking
hållning houding; lichaamshouding; pose; stand; standje figuur; gedaante; postuur; uiterlijk
postyr houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
reprimand berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt
skrapa berisping; reprimande; standje; terechtwijzing hark; krab; krabwond; kras; schram
tillrättavisning berisping; reprimande; schrobbering; standje; terechtwijzing; uitbrander vermaning; waarschuwing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skrapa afschrappen; harken; krabbelen

Verwante woorden van "standje":


Verwante definities voor "standje":

  1. keer dat je boos toegesproken wordt1
    • het ondeugende kind kreeg een standje1