Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stabiel maken (Nederlands) in het Zweeds
stabiel maken:
stabiel maken werkwoord (maak stabiel, maakt stabiel, maakte stabiel, maakten stabiel, stabiel gemaakt)
-
stabiel maken (stabiliseren)
Conjugations for stabiel maken:
o.t.t.
- maak stabiel
- maakt stabiel
- maakt stabiel
- maken stabiel
- maken stabiel
- maken stabiel
o.v.t.
- maakte stabiel
- maakte stabiel
- maakte stabiel
- maakten stabiel
- maakten stabiel
- maakten stabiel
v.t.t.
- heb stabiel gemaakt
- hebt stabiel gemaakt
- heeft stabiel gemaakt
- hebben stabiel gemaakt
- hebben stabiel gemaakt
- hebben stabiel gemaakt
v.v.t.
- had stabiel gemaakt
- had stabiel gemaakt
- had stabiel gemaakt
- hadden stabiel gemaakt
- hadden stabiel gemaakt
- hadden stabiel gemaakt
o.t.t.t.
- zal stabiel maken
- zult stabiel maken
- zal stabiel maken
- zullen stabiel maken
- zullen stabiel maken
- zullen stabiel maken
o.v.t.t.
- zou stabiel maken
- zou stabiel maken
- zou stabiel maken
- zouden stabiel maken
- zouden stabiel maken
- zouden stabiel maken
en verder
- ben stabiel gemaakt
- bent stabiel gemaakt
- is stabiel gemaakt
- zijn stabiel gemaakt
- zijn stabiel gemaakt
- zijn stabiel gemaakt
diversen
- maak stabiel!
- maakt stabiel!
- stabiel gemaakt
- stabiel makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor stabiel maken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stabilisera | stabiel maken; stabiliseren |