Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stabiel (Nederlands) in het Zweeds
stabiel:
-
stabiel (stevig)
stadig; stabilt; stadigt; ståndaktig; ståndaktigt-
stadig bijvoeglijk naamwoord
-
stabilt bijvoeglijk naamwoord
-
stadigt bijvoeglijk naamwoord
-
ståndaktig bijvoeglijk naamwoord
-
ståndaktigt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor stabiel:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stabilt | stabiel; stevig | bestendig; constant |
stadig | stabiel; stevig | corpulent; degelijk; dik; gelijkmatig; gestaag; gezet; lijvig; solide; stevig; zwaarlijvig |
stadigt | stabiel; stevig | bestendig; constant; corpulent; dik; gezet; grof; grofgebouwd; lijvig; lomp; ruw; zwaarlijvig |
ståndaktig | stabiel; stevig | |
ståndaktigt | stabiel; stevig | onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend |