Nederlands
Uitgebreide vertaling voor staatje (Nederlands) in het Zweeds
staatje:
Vertaal Matrix voor staatje:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
förteckning | lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje | hoofdboek; klapper; zaakregister |
lista | lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje | hitlijst; hitparade; lijst |
protokoll | lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje | minuten; procesverbaal; protocol; records |
uppteckning | lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lista | boeken; erbij zeggen; noemen; noteren; opnoemen; opschrijven; opsommen; optekenen; registreren; vastleggen; vermelden |
Verwante woorden van "staatje":
staatje vorm van staat:
Vertaal Matrix voor staat:
Verwante woorden van "staat":
Synoniemen voor "staat":
Verwante definities voor "staat":
Wiktionary: staat
staat
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• staat | → imperium | ↔ empire — political unit |
• staat | → form; tillstånd | ↔ shape — status or condition |
• staat | → stat; rike | ↔ state — any sovereign polity |
• staat | → stat; delstat | ↔ state — a political division of a federation retaining a degree of autonomy |
• staat | → tillstånd | ↔ state — a condition |
• staat | → beredd på; med på | ↔ up to — capable of |
• staat | → stat | ↔ Staat — Gesamtheit der Einrichtungen, die dazu dienen, das Zusammenleben der auf einem abgegrenzten Territorium lebenden Menschen mithilfe von Gesetzgebung, Rechtsprechung und vollziehender Gewalt dauerhaft sicherzustellen |
• staat | → skick | ↔ Zustand — Art und Weise, wie etwas zu einem bestimmen Zeitpunkt ist |
• staat | → minne | ↔ mémoire — capacité à retenir, conserver et rappeler de nombreuses informations antérieures. |
• staat | → makt; herravälde; myndighet; kraft; förmåga; styrka | ↔ puissance — pouvoir d’imposer son autorité. |
• staat | → stånd | ↔ état — Disposition de quelqu’un, de quelque chose |