Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor staal (Nederlands) in het Zweeds
staal:
-
de staal (specimen; monster; staaltje; proeve; model; proefje)
-
de staal (ijzerlegering)
stållegering-
stållegering zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor staal:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
exemplar | model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje | exemplaar |
föredöme | model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje | |
specimen | model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje | |
stål | staal | Ferro; ijzer |
stållegering | ijzerlegering; staal |
Verwante woorden van "staal":
Wiktionary: staal
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• staal | → stål | ↔ Stahl — Werkstoff: metallische Legierung, deren Hauptbestandteil Eisen ist; der Kohlenstoffgehalt liegt zwischen 0,02% und 2,06%. |
• staal | → stål | ↔ steel — metal |
• staal | → stål | ↔ acier — Alliage de fer et de carbone (1) |
• staal | → mönster; provbit | ↔ spécimen — modèle ; échantillon. |
staal vorm van stalen:
Conjugations for stalen:
o.t.t.
- staal
- staalt
- staalt
- staalen
- staalen
- staalen
o.v.t.
- staalde
- staalde
- staalde
- staalden
- staalden
- staalden
v.t.t.
- heb gestaald
- hebt gestaald
- heeft gestaald
- hebben gestaald
- hebben gestaald
- hebben gestaald
v.v.t.
- had gestaald
- had gestaald
- had gestaald
- hadden gestaald
- hadden gestaald
- hadden gestaald
o.t.t.t.
- zal stalen
- zult stalen
- zal stalen
- zullen stalen
- zullen stalen
- zullen stalen
o.v.t.t.
- zou stalen
- zou stalen
- zou stalen
- zouden stalen
- zouden stalen
- zouden stalen
en verder
- ben gestaald
- bent gestaald
- is gestaald
- zijn gestaald
- zijn gestaald
- zijn gestaald
diversen
- staal!
- staalt!
- gestaald
- stalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor stalen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hårda | stalen; verharden | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
härda | harden; stalen; uitharden | |
hårdna | harden; stalen; uitharden |