Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal spullen

Vertaal spullen van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

spullen:
- artiklar; grejor; saker
spul:
- gods
Wiktionary:
- spul → manick, grunka, mojäng, mackapär, grej, väsen, substans, märg, kraft

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spullen (Nederlands) in het Zweeds

spullen:

spullen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de spullen (dingen; zaakjes; zaken; goedje; waar)
artiklar; grejor; saker
- artiklar zelfstandig naamwoord
- grejor zelfstandig naamwoord
- saker zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spullen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
artiklar	dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken	artikelen; koopwaar; lidwoorden; voorwerpen; waar
grejor	dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken	bezittingen; eigendommen; goed; kleren
saker	dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken	bezittingen; eigendommen

Verwante woorden van "spullen":

spul

Verwante definities voor "spullen":

voorwerpen die je niet precies kunt of wilt noemen¹
- waar zijn de spullen van Viktor gebleven?¹

spullen vorm van spul:

spul [het ~] zelfstandig naamwoord

het spul (goedje; materiaal)
gods
- gods [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spul:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gods	goedje; materiaal; spul	artikelen; belading; goederen; handelswaar; koopwaar; lading; last; riddergoed; voorwerpen; vracht; vrachtgoed; waar; waren

Verwante woorden van "spul":

spullen

Verwante definities voor "spul":

hoeveelheid van een stof die je niet precies wilt of kunt noemen¹
- hoe heet dat spul dat in de thermometer zit?¹

Wiktionary: spul

Cross Translation:

From	To	Via
• spul	→ manick; grunka; mojäng; mackapär; grej	↔ hickey — referring to an object whose name is unknown or cannot be recalled
• spul	→ väsen; substans; märg; kraft	↔ substance — philosophie\|fr Ce qui subsister par soi-même, indépendamment de tout accident.

¹Muiswerk Woordenboek