Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. sprei:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sprei (Nederlands) in het Zweeds

sprei:

sprei [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de sprei (beddensprei)
    sängöverkast; sticktäcke

Vertaal Matrix voor sprei:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sticktäcke beddensprei; sprei
sängöverkast beddensprei; sprei beddedeken; dek; deken

Verwante woorden van "sprei":

  • spreien, spreitje, spreitjes

Wiktionary: sprei


Cross Translation:
FromToVia
sprei påslakan cover — top sheet