Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. spikkel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spikkel (Nederlands) in het Zweeds

spikkel:

spikkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de spikkel
    liten fläck; prick

Vertaal Matrix voor spikkel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
liten fläck spikkel
prick spikkel heerschap; sujet; vent

Verwante woorden van "spikkel":

  • spikkelen, spikkels, spikkeltje, spikkeltjes

Wiktionary: spikkel


Cross Translation:
FromToVia
spikkel fläck fleck — small spot