Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. spijker:
  2. spijkeren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spijker (Nederlands) in het Zweeds

spijker:

spijker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de spijker (nagel; klinknagel)
    nagel
    • nagel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spijker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nagel klinknagel; nagel; spijker

Verwante woorden van "spijker":


Wiktionary: spijker


Cross Translation:
FromToVia
spijker spik nail — spike-shaped metal fastener used for joining wood or similar materials
spijker nagel; spik clou — Tige rigide, courte et pointue

spijkeren:

spijkeren werkwoord (spijker, spijkert, spijkerde, spijkerden, gepsijkerd)

  1. spijkeren (vastnagelen; klinken; timmeren; vastspijkeren; vastslaan)
    nagla; hammra spikar
    • nagla werkwoord (naglar, naglade, naglat)
    • hammra spikar werkwoord (hammrar spikar, hammrade spikar, hammrat spikar)

Conjugations for spijkeren:

o.t.t.
  1. spijker
  2. spijkert
  3. spijkert
  4. spijkeren
  5. spijkeren
  6. spijkeren
o.v.t.
  1. spijkerde
  2. spijkerde
  3. spijkerde
  4. spijkerden
  5. spijkerden
  6. spijkerden
v.t.t.
  1. heb gepsijkerd
  2. hebt gepsijkerd
  3. heeft gepsijkerd
  4. hebben gepsijkerd
  5. hebben gepsijkerd
  6. hebben gepsijkerd
v.v.t.
  1. had gepsijkerd
  2. had gepsijkerd
  3. had gepsijkerd
  4. hadden gepsijkerd
  5. hadden gepsijkerd
  6. hadden gepsijkerd
o.t.t.t.
  1. zal spijkeren
  2. zult spijkeren
  3. zal spijkeren
  4. zullen spijkeren
  5. zullen spijkeren
  6. zullen spijkeren
o.v.t.t.
  1. zou spijkeren
  2. zou spijkeren
  3. zou spijkeren
  4. zouden spijkeren
  5. zouden spijkeren
  6. zouden spijkeren
en verder
  1. ben gepsijkerd
  2. bent gepsijkerd
  3. is gepsijkerd
  4. zijn gepsijkerd
  5. zijn gepsijkerd
  6. zijn gepsijkerd
diversen
  1. spijker!
  2. spijkert!
  3. gepsijkerd
  4. spijkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor spijkeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hammra spikar klinken; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
nagla klinken; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren

Verwante woorden van "spijkeren":


Wiktionary: spijkeren


Cross Translation:
FromToVia
spijkeren spika clouer — Fixer avec des clous

Verwante vertalingen van spijker