Nederlands
Uitgebreide vertaling voor spetteren (Nederlands) in het Zweeds
spetteren:
-
spetteren (spatten)
Conjugations for spetteren:
o.t.t.
- spetter
- spettert
- spettert
- spetteren
- spetteren
- spetteren
o.v.t.
- spetterde
- spetterde
- spetterde
- spetterden
- spetterden
- spetterden
v.t.t.
- heb gespetterd
- hebt gespetterd
- heeft gespetterd
- hebben gespetterd
- hebben gespetterd
- hebben gespetterd
v.v.t.
- had gespetterd
- had gespetterd
- had gespetterd
- hadden gespetterd
- hadden gespetterd
- hadden gespetterd
o.t.t.t.
- zal spetteren
- zult spetteren
- zal spetteren
- zullen spetteren
- zullen spetteren
- zullen spetteren
o.v.t.t.
- zou spetteren
- zou spetteren
- zou spetteren
- zouden spetteren
- zouden spetteren
- zouden spetteren
en verder
- ben gespetterd
- bent gespetterd
- is gespetterd
- zijn gespetterd
- zijn gespetterd
- zijn gespetterd
diversen
- spetter!
- spettert!
- gespetterd
- spetterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor spetteren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
plaska | plons | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
plaska | spatten; spetteren | kabbelen; klateren; klotsen; plonzen |
Verwante woorden van "spetteren":
spetter:
-
de spetter (stuk; kanjer)
vrålsnygg sak; jättesensation-
vrålsnygg sak zelfstandig naamwoord
-
jättesensation zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor spetter:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
jättesensation | kanjer; spetter; stuk | |
vrålsnygg sak | kanjer; spetter; stuk |