Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. speler:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor speler (Nederlands) in het Zweeds

speler:

speler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de speler (acteur; uitvoerder; actrice; )
    skådepelare; aktör
  2. de speler (kansspeler; gokker)
    spelare; chanstagare
  3. de speler
    spelare
    • spelare [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor speler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aktör acteur; actrice; artiest; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner actor
chanstagare gokker; kansspeler; speler
skådepelare acteur; actrice; artiest; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner
spelare gokker; kansspeler; speler dobbelaar; gokkers; gokster; kansspeelster; speelster

Verwante woorden van "speler":


Wiktionary: speler


Cross Translation:
FromToVia
speler spelare player — who plays any game
speler skådespelare player — dramatic actor
speler muiker; musikant player — who plays on a musical instrument
speler spelare player — gambler
speler person personnagepersonne ; en parlant principalement des hommes, avec une certaine idée de grandeur, d’autorité, d’importance sociale.

Verwante vertalingen van speler