Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. solide:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor solider (Nederlands) in het Zweeds

solide:

solide bijvoeglijk naamwoord

  1. solide (stevig gebouwd; stevig; sterk; )
    muskulöst; muskulös; välbyggt
  2. solide (stevig; degelijk)
    robust; fast; stadig
    • robust bijvoeglijk naamwoord
    • fast bijvoeglijk naamwoord
    • stadig bijvoeglijk naamwoord
  3. solide (op goede gronden steunend; gegrond; gefundeerd; )
    övertygande

Vertaal Matrix voor solide:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fast abstineren; vasten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
övertygande aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend fascinerend; gerechtvaardigd; gewettigd; op deugdelijke gronden steunend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fast degelijk; solide; stevig gelijkmatig; gestaag; hecht
muskulös ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd gespierd
muskulöst ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd gespierd
robust degelijk; solide; stevig flink; fors; grof; grofgebouwd; lomp; potig; ruw; stevig
stadig degelijk; solide; stevig corpulent; dik; gelijkmatig; gestaag; gezet; lijvig; stabiel; stevig; zwaarlijvig
välbyggt ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd goedgebouwd; goedgevormd; welgebouwd; welgeschapen; welgevormd

Verwante woorden van "solide":

  • solider, solidere

Wiktionary: solide


Cross Translation:
FromToVia
solide fast solid — in the solid state
solide fast; solid solid — strong, unyielding (as of foundations etc)
solide robust; stabil; rejäl sturdy — of firm build