Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. sneu:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sneu (Nederlands) in het Zweeds

sneu:

sneu bijvoeglijk naamwoord

  1. sneu (jammer; helaas; spijtig; jammer genoeg)
    skada; synd
    • skada bijvoeglijk naamwoord
    • synd bijvoeglijk naamwoord
  2. sneu (onbevredigend; onvoldoende; ontoereikend; )
    otillräcklig; otillräckligt

Vertaal Matrix voor sneu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skada afbreuk; averij; belediging; benadeling; beschadigen; beschadiging; blessure; grief; het verliezen; krenking; kwetsen; kwetsuur; laster; letsel; nadeel; oneer; schade; schadepost; schande; smaad; verlies; verliespost; verwonding; wond
synd abuis; dwaling; fout; jammer; misgreep; misslag; ondeugd; schroefbank; vergissing; zedelijke slechtheid; zonde
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skada aantasten; aanvreten; afbreuk doen aan; bederven; benadelen; beschadigen; bezeren; blesseren; deren; duperen; folteren; knauwen; krenken; kwellen; kwetsen; martelen; nadeel berokkenen; nadeel toebrengen; nadelig zijn voor; onteren; ontwijden; pijn bezorgen; pijn doen; pijnigen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; verwonden; zeer doen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
otillräcklig betreurenswaardig; jammer; jammerlijk; onbevredigend; ontoereikend; onvoldoende; sneu; spijtig; teleurstellend deficiënt
otillräckligt betreurenswaardig; jammer; jammerlijk; onbevredigend; ontoereikend; onvoldoende; sneu; spijtig; teleurstellend deficiënt
skada helaas; jammer; jammer genoeg; sneu; spijtig
synd helaas; jammer; jammer genoeg; sneu; spijtig helaas; jammer

Verwante woorden van "sneu":

  • sneuer, sneuere, sneust, sneuste, sneue