Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. smaragd:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor smaragd (Nederlands) in het Zweeds

smaragd:

smaragd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de smaragd
    smaragd
    • smaragd [-en] zelfstandig naamwoord

smaragd bijvoeglijk naamwoord

  1. smaragd
    smaragdgrönt; smaragt-; smaragd-

Vertaal Matrix voor smaragd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smaragd smaragd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smaragd- smaragd
smaragdgrönt smaragd smaragdgroen
smaragt- smaragd

Verwante woorden van "smaragd":


Wiktionary: smaragd


Cross Translation:
FromToVia
smaragd smaragd emerald — gemstone
smaragd smaragd Smaragdwertvoller, grüner Edelstein, eine Varietät des Minerals Beryll
smaragd smaragd émeraude — Minéral