Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. slungelig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slungelig (Nederlands) in het Zweeds

slungelig:

slungelig bijvoeglijk naamwoord

  1. slungelig (onhandig; onbeholpen; sukkelig; )
    ohanterligt; svårhanterlig; ohanterlig; klumpigt
  2. slungelig (onhandig; stuntelig)
    klumpig; klumpigt

Vertaal Matrix voor slungelig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klumpig gehannes; gestuntel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klumpig onhandig; slungelig; stuntelig bevleesd; gebrekkig; gevleesd; knullig; lastige; onbeholpen; onhandig; schutterig; stumperig; stuntelig; sukkelend
klumpigt krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig bevleesd; gebrekkig; gevleesd; klonterig; klungelig; knullig; lastige; onbeholpen; onhandig; schutterig; stoethaspelig; stumperig; stuntelig; sukkelend
ohanterlig krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
ohanterligt krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig onhandelbaar; onhanteerbaar
svårhanterlig krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig

Verwante woorden van "slungelig":

  • slungelige

Wiktionary: slungelig


Cross Translation:
FromToVia
slungelig gänglig gangly — tall and thin, especially so as to cause physical awkwardness