Nederlands
Uitgebreide vertaling voor slungelig (Nederlands) in het Zweeds
slungelig:
-
slungelig (onhandig; onbeholpen; sukkelig; krukkig; stuntelig; stumperig; schutterig)
ohanterligt; svårhanterlig; ohanterlig; klumpigt-
ohanterligt bijvoeglijk naamwoord
-
svårhanterlig bijvoeglijk naamwoord
-
ohanterlig bijvoeglijk naamwoord
-
klumpigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
slungelig (onhandig; stuntelig)
Vertaal Matrix voor slungelig:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
klumpig | gehannes; gestuntel | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
klumpig | onhandig; slungelig; stuntelig | bevleesd; gebrekkig; gevleesd; knullig; lastige; onbeholpen; onhandig; schutterig; stumperig; stuntelig; sukkelend |
klumpigt | krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig | bevleesd; gebrekkig; gevleesd; klonterig; klungelig; knullig; lastige; onbeholpen; onhandig; schutterig; stoethaspelig; stumperig; stuntelig; sukkelend |
ohanterlig | krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig | |
ohanterligt | krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig | onhandelbaar; onhanteerbaar |
svårhanterlig | krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig |