Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. slorpen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slorp (Nederlands) in het Zweeds

slorpen:

slorpen werkwoord (slorp, slorpt, slorpte, slorpten, geslorpt)

  1. slorpen (slurpen)
    sörpla
    • sörpla werkwoord (sörplar, sörplade, sörplat)

Conjugations for slorpen:

o.t.t.
  1. slorp
  2. slorpt
  3. slorpt
  4. slorpen
  5. slorpen
  6. slorpen
o.v.t.
  1. slorpte
  2. slorpte
  3. slorpte
  4. slorpten
  5. slorpten
  6. slorpten
v.t.t.
  1. heb geslorpt
  2. hebt geslorpt
  3. heeft geslorpt
  4. hebben geslorpt
  5. hebben geslorpt
  6. hebben geslorpt
v.v.t.
  1. had geslorpt
  2. had geslorpt
  3. had geslorpt
  4. hadden geslorpt
  5. hadden geslorpt
  6. hadden geslorpt
o.t.t.t.
  1. zal slorpen
  2. zult slorpen
  3. zal slorpen
  4. zullen slorpen
  5. zullen slorpen
  6. zullen slorpen
o.v.t.t.
  1. zou slorpen
  2. zou slorpen
  3. zou slorpen
  4. zouden slorpen
  5. zouden slorpen
  6. zouden slorpen
en verder
  1. ben geslorpt
  2. bent geslorpt
  3. is geslorpt
  4. zijn geslorpt
  5. zijn geslorpt
  6. zijn geslorpt
diversen
  1. slorp!
  2. slorpt!
  3. geslorpt
  4. slorpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor slorpen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sörpla slorpen; slurpen opslobberen; slobberen